Rising Trees

Het bomenvolk bevolkt het bos. Het is het bos. Waar zij staan groeit en bloeit een weelde van groen en anderskleurig geworteld leven. Lopen, kruipen en springen twee-, vier- en veelvoeters. Vliegt gevederd volk. Daartussen wandelen wij. Daar mijmeren, rouwen, lachen, spelen en ademen wij.

Ik trok het voorbije jaar herhaaldelijk naar de bossen rond Leuven om er afdrukken van omgevallen bomen te maken. Lijkwaden van bomen noem ik ze, of beter, ‘boomwaden’. Met wisselend gezelschap inktten we de bomen in, bekleedden ze met linnen en maakten er nauwkeurige afdrukken van. Rituele processen van afscheid nemen, eren en weer verbinden met de natuur, waar we als mens deel van zijn.

Rising Trees nodigt ons uit om stil te staan bij de eeuwige cyclus van leven en dood, die de natuur ons voorhoudt. De dode boom schenkt leven aan zaailingen, zwammen en insecten. De boom wordt de humus voor wat komt en groeien kan. En wij kunnen de boom en zijn waden strelen, wrijven, koesteren. Laat ons dat blijven doen en zingen.

21 12 22

Expo Tweebronnen Leuven - 02 02 23 - 04 02 23

De samenwerking met Ilse Wijnen, Douwe Rubben en Theodoor De Roey van KNEPH maakte het mogelijk om de film te realiseren en om op deze schaal te werken. Daarnaast namen mensen van De Wijnpers, Alvinnenberg, De Ruimtevaart en een diverse groep Brusselse kunstenaars deel aan het creëren van de boomwaden.

De werken in tentoonstelling werden mee mogelijk gemaakt met de financiële steun van het Cultuur Projectenfonds van de stad Leuven.

“Met “Rising Trees” heeft Lies Daenen de tijdgeest goed te pakken. In een wereld vol toegenomen virtualiteit hunkeren we naar tastbaar contact met de aarde, met haar humus en met haar stenen. En vooral: met de rijzige bomen die er wortel in schieten en die (zoals we allemaal weten sinds Peter Wohlleben!) met elkaar verbonden zijn in een wereldomspannend web dat borg staat voor natuurlijke veerkracht, wederkerigheid en zorgzaamheid. De “Boomwaden” van Lies Daenen trekken die ontroerende zorgzaamheid door van boom naar mens.”
Peter Bary, directeur M Leuven